Het woord bockbier komt uit het Duits. In die taal is Bockbier ontstaan als een verbastering van Einbecker/Eimbecker bier of Einbeckisch/Eimbeckisch Bier.
In de vijftiende eeuw was de Duitse plaats Einbeck, in het huidige Nedersaksen, de beroemdste brouwersstad van Europa. Het Einbecker bier was een begrip op zichzelf; de relatie met de plaatsnaam Einbeck raakte bij steeds meer mensen in de vergetelheid. Zo konden er verbasteringen ontstaan als Aimbock-, Ambock- of Oanbockbier. Later werdeim/aim/am/oan opgevat als lidwoord en losgekoppeld van het woord; bock werd begrepen als de diernaam bok. Bockbier kwam voor het eerst in 1886 op schrift in het Nederlands voor.
Bockbier is ontstaan door het verschijnsel dat volksetymologie genoemd wordt. Dat wil zeggen dat een woord zoals we dat in zijn huidige vorm kennen, is ontstaan doordat de eigenlijke herkomst niet meer begrepen werd, en de taalgebruikers een wél bekend woord ermee associeerden. Een ander voorbeeld van volksetymologie is hangmat (eigenlijk Spaans:hamaca).
De schrijfwijze bokbier is officieel niet juist, maar komt vaak voor – vooral in merknamen.
Bron: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/bockbier